De actie gedefinieerd door de regel is niet aangeroepen.
Problemen vaststellen
De aanroep van een Message Queuing-triggerregel kan om verschillende redenen mislukken. Deze fout wordt mogelijk veroorzaakt door een van de volgende condities:
Een conditie of actieparameter van een regel is niet geldig.
Het COM-object (Component Object Model) dat wordt aangeroepen door een regel is niet juist geregistreerd.
Het uitvoerbare bestand dat is aangegeven in de regel kon niet worden gevonden of werkt niet.
Als u deze procedures wilt uitvoeren, moet u lid zijn van de groep Administrators of moet aan u de juiste bevoegdheid zijn gedelegeerd.
Een conditie of actieparameter van een regel is niet geldig
De geldigheid van een conditie of actieparameter van een regel vaststellen:
Open de module Computerbeheer. Om Computerbeheer te openen, klikt u op Start. Typ compmgmt.msc in het zoekvak en druk op ENTER.
Vouw in de consolestructuur Services en toepassingen, Message Queuing en Triggers uit.
Klik onder Message Queuing Triggers op Triggers.
Klik met de rechtermuisknop op de regel die u wilt uitsluiten om de eigenschappen ervan te zien.
Klik op het tabblad Algemeen. Bevestig dat de regel wijst naar de gewenste wachtrij en dat het verwerkingstype juist is.
Klik op het tabblad Gekoppelde regels en zorg dat de gekoppelde regels zijn zoals u had bedoeld.
Klik onder Triggers op Regels om een lijst met beschikbare regels weer te geven.
Klik met de rechtermuisknop op de regels die moeten worden uitgevoerd met de trigger en geef hun eigenschappen weer.
Bevestig op het tabblad Regelcondities dat de regelcondities zijn zoals gewenst.
Bevestig op het tabblad Regelactie dat de regel wijst naar de gewenste actie.
Als u vaststelt dat een conditie of parameter van een regel het probleem is, raadpleegt u het gedeelte met de titel 'Regels of triggers configureren'.
Het COM-object dat wordt aangeroepen door een regel is niet juist geregistreerd.
Vaststellen of het COM-object goed is geregistreerd:
Open de module Component Services. Om Services te openen, klikt u achtereenvolgens op Start en Uitvoeren. Typ comexp.msc in het vak Openen en druk op ENTER.
Vouw in de consolestructuur Component Services, Computers en Deze computer uit en klik vervolgens op COM+-toepassingen.
Bevestig dat uw COM-component aanwezig is en geregistreerd.
Als u vaststelt dat het COM-object niet goed is geregistreerd, raadpleegt u het gedeelte met de titel 'Het COM+-component registreren'.
Het uitvoerbare bestand dat is aangegeven in de regel kon niet worden gevonden of werkt niet
Vaststellen of het uitvoerbare bestand bestaat en werkt:
Open Windows Verkenner en blader naar het uitvoerbare bestand dat is aangegeven in de gebeurtenis. Bevestig dat het bestand bestaat en dat het goed wordt uitgevoerd.
Stel vast of in de regel goed wordt verwezen naar het uitvoerbare bestand. Open de module Computerbeheer. Om Computerbeheer te openen, klikt u op Start. Typ comexp.msc in het zoekvak en druk op ENTER.
Vouw In de consolestructuur Computerbeheer, Services en toepassingen, Message Queuing, Triggers en Regels uit en klik op Regels.
Klik met de rechtermuisknop op de regel die is aangegeven in het foutbericht en klik vervolgens op Eigenschappen.
Bevestig op het tabblad Regelactie onder Aanroep van zelfstandig uitvoerbaar bestand dat het uitvoerbare bestand dat vermeld is in Uitvoerbaar pad bestaat en wordt voorafgegaan door het volledige pad. In plaats van alleen MyApp.exe moet u bijvoorbeeld c:\MyDirectory\MyApp.exe hebben.
Als u vaststelt dat er een probleem is met het uitvoerbare bestand, raadpleegt u het gedeelte met de titel 'De regel verwijderen en opnieuw maken'.
Zie voor meer informatie over het maken van triggerregels Regels maken en koppelen aan triggers ( http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=104059).
Regels of triggers configureren
Regelcondities of triggers moeten goed zijn geconfigureerd. Als u de beoogde regel of triggerinstellingen niet kent, kunt u contact opnemen met de oplossingsarchitect.
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u lid zijn van de groep Administrators of moet aan u de juiste bevoegdheid zijn gedelegeerd.
Regels en triggers bevestigen en wjizigen:
Open de module Computerbeheer. Om Computerbeheer te openen, klikt u op Start. Typ compmgmt.msc in het zoekvak en druk op ENTER.
Vouw Services en toepassingen, Message Queuing en Triggers uit.
Klik onder Message Queuing Triggers op Triggers.
Klik met de rechtermuisknop op de regel die u wilt uitvoeren en klik dan op Eigenschappen.
Klik op het tabblad Algemeen. Bevestig dat de regel wijst naar de gewenste wachtrij en dat het verwerkingstype juist is.
Klik op het tabblad Gekoppelde regels en zorg dat de gekoppelde regels zijn zoals u had bedoeld.
Klik onder Triggers op Regels om een lijst met beschikbare regels weer te geven.
Klik met de rechtermuisknop op de regels die moeten worden uitgevoerd met de trigger en geef hun eigenschappen weer.
Bevestig op het tabblad Regelcondities dat de regelcondities zijn zoals gewenst.
Bevestig op het tabblad Regelactie dat de regel wijst naar de gewenste actie.
Herhaal stappen 7 tot en met 10 voor iedere regel.
Registreer het COM+-object
Het COM+-object dat werd aangeroepen door een regel is niet juist geregistreerd. Om het object opnieuw te registreren, kunt u het opdrachtregelhulpprogramma regsvr32.exe gebruiken. Zie voor meer informatie over het gebruik van regsvr32 artikel 249873 in de Microsoft Knowledge Base ( http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=107513).
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u lid zijn van de groep Administrators of moet aan u de juiste bevoegdheid zijn gedelegeerd.
Het COM+-object registreren:
Voer regsvr32.exe uit. Klik op Start om regsvr32.exe uit te voeren. Typ cmd in het zoekvak en druk op ENTER.
Typ regsvr32 <your COM+ component.dll> bij de opdrachtprompt en druk op ENTER.
De regel verwijderen en opnieuw maken
Het uitvoerbare bestand dat is aangegeven in de regel kan niet worden gevonden of werkt niet. Om dit probleem op te lossen, kunt u de opgegeven regel verwijderen en opnieuw maken.
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u lid zijn van de groep Administrators of moet aan u de juiste bevoegdheid zijn gedelegeerd.
Een opgegeven regel verwijderen en opnieuw maken:
Open de module Computerbeheer. Om Computerbeheer te openen, klikt u op Start. Typ compmgmt.msc in het zoekvak en druk op ENTER.
Vouw In de consolestructuur Computerbeheer, Services en toepassingen, Message Queuing, Triggers en Regels uit en klik op Regels.
Selecteer de regel die is aangegeven in het foutbericht en dubbelklik erop.
Zorg dat u het volledige pad opgeeft naar het uitvoerbare bestand in de regel.
Zie voor meer informatie over het maken van triggerregels Regels maken en koppelen aan triggers ( http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=104059).
Zie gebeurtenis-id 2209 voor meer informatie ( http://technet.microsoft.com/en-us/library/dd337501(WS.10).aspx)
Target | Microsoft.MSMQ.6.3.Triggers | ||
Category | AvailabilityHealth | ||
Enabled | False | ||
Event_ID | 2209 | ||
Event Source | $Target/Host/Property[Type="Microsoft.MSMQ.6.3.ServerRole"]/ServiceName$ | ||
Alert Generate | True | ||
Alert Severity | Warning | ||
Alert Priority | Normal | ||
Remotable | True | ||
Alert Message |
| ||
Event Log | Application |
ID | Module Type | TypeId | RunAs |
---|---|---|---|
DS | DataSource | Microsoft.Windows.EventProvider | Default |
Alert | WriteAction | System.Health.GenerateAlert | Default |
<Rule ID="Microsoft.MSMQ.6.3.Rule.Alert.Event2209" Enabled="false" Target="Microsoft.MSMQ.6.3.Triggers" ConfirmDelivery="true" Remotable="true" Priority="Normal" DiscardLevel="100">
<Category>AvailabilityHealth</Category>
<DataSources>
<DataSource ID="DS" TypeID="Windows!Microsoft.Windows.EventProvider">
<ComputerName>$Target/Host/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</ComputerName>
<LogName>Application</LogName>
<Expression>
<And>
<Expression>
<SimpleExpression>
<ValueExpression>
<XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>
</ValueExpression>
<Operator>Equal</Operator>
<ValueExpression>
<Value Type="UnsignedInteger">2209</Value>
</ValueExpression>
</SimpleExpression>
</Expression>
<Expression>
<SimpleExpression>
<ValueExpression>
<XPathQuery Type="String">PublisherName</XPathQuery>
</ValueExpression>
<Operator>Equal</Operator>
<ValueExpression>
<Value Type="String">$Target/Host/Property[Type="Microsoft.MSMQ.6.3.ServerRole"]/ServiceName$</Value>
</ValueExpression>
</SimpleExpression>
</Expression>
</And>
</Expression>
</DataSource>
</DataSources>
<WriteActions>
<WriteAction ID="Alert" TypeID="SystemHealth!System.Health.GenerateAlert">
<Priority>1</Priority>
<Severity>1</Severity>
<AlertName/>
<AlertDescription/>
<AlertOwner/>
<AlertMessageId>$MPElement[Name="Microsoft.MSMQ.6.3.Rule.Alert.Event2209.AlertMessage"]$</AlertMessageId>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Data/EventDescription$</AlertParameter1>
</AlertParameters>
<Suppression>
<SuppressionValue>$Data/EventDisplayNumber$</SuppressionValue>
<SuppressionValue>$Data/LoggingComputer$</SuppressionValue>
</Suppression>
<Custom1/>
<Custom2/>
<Custom3/>
<Custom4/>
<Custom5/>
<Custom6/>
<Custom7/>
<Custom8/>
<Custom9/>
<Custom10/>
</WriteAction>
</WriteActions>
</Rule>