Kan geen DCOM-verbinding maken met service voor installatieprogramma van agent

Microsoft.SystemCenter.AgentManager.NoRemoteAgentDcomConnection.Monitor (UnitMonitor)

Monitor als de beheerserver geen DCOM-vebinding kan maken met de service voor het installatieprogramma van de agent op de doelcomputer.

Knowledge Base article:

Samenvatting

De beheerserver heeft geen DCOM-verbinding tot stand kunnen brengen met de externe computer waarop u een agent wilt installeren.

Oorzaken

Dit kan gebeuren wanneer er een firewall of IPSec-beleid is dat alleen toegang geeft aan bepaalde poorten. Aangezien DCOM gebruik maakt van een dynamisch poortbereik, kunt u een agent mogelijk niet op afstand installeren tenzij er een uitzondering wordt toegevoegd aan het firewallbeleid op de doelagent. Als u geen gebruik maakt van een firewall op de host, moet u mogelijk een uitzondering toevoegen aan de firewall op het netwerk, tussen het IP-adres of de hostnaam van de doelcomputer (en alle computers waarop u op afstand een agent wilt installeren) en de beheerserver.

Oplossingen

Voeg een firewalluitzondering toe om toegang te geven tot alle poorten tussen de doelcomputer en de beheerserver.

Raadpleeg Troubleshooting Issues When You Use the Discovery Wizard to Install an Agent (Problemen oplossen bij het gebruik van de wizard Detectie voor het installeren van een agent) (http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=181932) voor meer informatie over het oplossen van problemen met het installeren van een agent.

Element properties:

TargetMicrosoft.SystemCenter.AgentManager
Parent MonitorMicrosoft.SystemCenter.AgentManager.ConfigHealthRollup
CategoryConfigurationHealth
EnabledTrue
Alert GenerateTrue
Alert SeverityError
Alert PriorityNormal
Alert Auto ResolveTrue
Monitor TypeMicrosoft.SystemCenter.AgentManager.AgentManagerFailureMonitor
RemotableTrue
AccessibilityPublic
Alert Message
Mislukte push/reparatie agent - Kan geen DCOM-verbinding maken met service voor installatieprogramma van agent
Er is geprobeerd een push-installatie of -reparatie van een agent uit te voeren, maar dit is mislukt. De taak werd uitgevoerd vanaf de beheerserver {1} voor de computer {0}.

Aanvullende details: Begintijd van taak: UTC-eindtijd van taak voor {3}: UTC voor {4}

Volledige beschrijving van gebeurtenis: {5}
RunAsDefault

Source Code:

<UnitMonitor ID="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.NoRemoteAgentDcomConnection.Monitor" Accessibility="Public" Enabled="true" Target="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager" ParentMonitorID="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.ConfigHealthRollup" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.AgentManagerFailureMonitor" ConfirmDelivery="true">
<Category>ConfigurationHealth</Category>
<AlertSettings AlertMessage="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.NoRemoteAgentDcomConnection.Monitor.AlertMessage">
<AlertOnState>Error</AlertOnState>
<AutoResolve>true</AutoResolve>
<AlertPriority>Normal</AlertPriority>
<AlertSeverity>Error</AlertSeverity>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.UserActionManager"]/TargetDevicePrincipalName$</AlertParameter1>
<AlertParameter2>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.UserActionManager"]/ManagementServerName$</AlertParameter2>
<AlertParameter3>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.UserActionManager"]/PendingStateType$</AlertParameter3>
<AlertParameter4>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskStartTime$</AlertParameter4>
<AlertParameter5>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskEndTime$</AlertParameter5>
<AlertParameter6>$Data/Context/Property[@Name="Message"]$</AlertParameter6>
</AlertParameters>
</AlertSettings>
<OperationalStates>
<OperationalState ID="AgentManagerFailure" MonitorTypeStateID="AgentInstallationFailure" HealthState="Error"/>
<OperationalState ID="AgentManagerSuccess" MonitorTypeStateID="AgentInstallationSuccess" HealthState="Success"/>
</OperationalStates>
<Configuration>
<EventId>10603</EventId>
<TaskStartTime>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskStartTime$</TaskStartTime>
<TaskEndTime>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskEndTime$</TaskEndTime>
</Configuration>
</UnitMonitor>