Monitor als via de beheerserver niet extern verbinding kan worden gemaakt met Servicebesturingsbeheer op de doelcomputer.
Het op afstand openen van Servicebesturingsbeheer op de doelcomputer is mislukt.
Dit kan gebeuren in de volgende situaties:
Het account dat wordt gebruikt om verbinding te maken met de externe computer heeft niet de juiste machtigingen en de toegang wordt geweigerd.
Er is een probleem met Servicebesturingsbeheer.
Er is een firewall of IPSec-beleid tussen de beheerserver en de doelcomputer waarop u een agent wilt installeren.
Als een firewall of IPSec-beleid is ingeschakeld, zijn de poorten die nodig zijn voor communicatie met Servicebesturingsbeheer mogelijk geblokkeerd. Deze poorten zijn 135 en 137 tot en met 139.
Controleer of het account dat wordt gebruikt om de agent te installeren de juiste machtigingen heeft op de externe computer. Dit account is ofwel het standaardactie-account of het account dat in de wizard Detectie is opgegeven.
Zorg dat de firewall is uitgeschakeld of dat de juiste uitzonderingen voor de firewall en/of het IPSec-beleid op de doelcomputer zijn opgegeven. Controleer daarnaast het systeemgebeurtenissenlogboek op de doelcomputer om ervoor te zorgen dat er geen fouten zijn van Serverbesturingsbeheer.
Raadpleeg Troubleshooting Issues When You Use the Discovery Wizard to Install an Agent (Problemen oplossen bij het gebruik van de wizard Detectie voor het installeren van een agent) (http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=181932) voor meer informatie over het oplossen van problemen met het installeren van een agent.
Target | Microsoft.SystemCenter.AgentManager | ||
Parent Monitor | Microsoft.SystemCenter.AgentManager.ConfigHealthRollup | ||
Category | ConfigurationHealth | ||
Enabled | True | ||
Alert Generate | True | ||
Alert Severity | Error | ||
Alert Priority | Normal | ||
Alert Auto Resolve | True | ||
Monitor Type | Microsoft.SystemCenter.AgentManager.AgentManagerFailureMonitor | ||
Remotable | True | ||
Accessibility | Public | ||
Alert Message |
| ||
RunAs | Default |
<UnitMonitor ID="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.SCMOpenFailed.Monitor" Accessibility="Public" Enabled="true" Target="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager" ParentMonitorID="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.ConfigHealthRollup" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.AgentManagerFailureMonitor" ConfirmDelivery="true">
<Category>ConfigurationHealth</Category>
<AlertSettings AlertMessage="Microsoft.SystemCenter.AgentManager.SCMOpenFailed.Monitor.AlertMessage">
<AlertOnState>Error</AlertOnState>
<AutoResolve>true</AutoResolve>
<AlertPriority>Normal</AlertPriority>
<AlertSeverity>Error</AlertSeverity>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.UserActionManager"]/TargetDevicePrincipalName$</AlertParameter1>
<AlertParameter2>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.UserActionManager"]/ManagementServerName$</AlertParameter2>
<AlertParameter3>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.UserActionManager"]/PendingStateType$</AlertParameter3>
<AlertParameter4>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskStartTime$</AlertParameter4>
<AlertParameter5>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskEndTime$</AlertParameter5>
<AlertParameter6>$Data/Context/Property[@Name="Message"]$</AlertParameter6>
</AlertParameters>
</AlertSettings>
<OperationalStates>
<OperationalState ID="AgentManagerFailure" MonitorTypeStateID="AgentInstallationFailure" HealthState="Error"/>
<OperationalState ID="AgentManagerSuccess" MonitorTypeStateID="AgentInstallationSuccess" HealthState="Success"/>
</OperationalStates>
<Configuration>
<EventId>10602</EventId>
<TaskStartTime>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskStartTime$</TaskStartTime>
<TaskEndTime>$Target/Property[Type="SCLibrary!Microsoft.SystemCenter.AgentManager"]/TaskEndTime$</TaskEndTime>
</Configuration>
</UnitMonitor>