Met deze monitor wordt de wachtrij gecontroleerd van de verwerkingsachterstand dataldr. Er wordt een waarschuwing gegeven als de achterstand de drempelwaarde overschrijdt.
Het totale aantal hardeware-inventarisatiebestanden in de wachtrij (.hic of .hid) op de siteserver heeft de standaardwerkdrempel overschreden.
Deze voorwaarde wordt verhoogd, tenzij het wordt opgelost. Als de bestandstelling van de hardware-inventarisatie in de wachtrij op de siteserver de drempelwaarde blijft overschrijden, wordt de hardware-inventarisatie niet tijdig in de Configuration Manager-sitedatabase weergegeven en verzamelingen en rapporten geven mogelijk de apparaten op het netwerk niet accuraat weer.
Het totale aantal hardware-inventarisatiebestanden in de wachtrij kan de drempelwaarde overschrijden, omdat:
De SMS Executive-service op de siteserver is gestopt of reageert niet
De inventarisatiegegevenslader mogelijk inventarisatiegegevens naar een nieuwe bovenliggende site zendt . Deze wijzigingen hebben voorrang op de standaardverwerking van de hardware-inventarisatie, die wordt onderbroken totdat de wijzigingen zijn verwerkt.
De verwerkingssnelheid van de siteserver lager ligt dan de frequentie van binnenkomst van hardware-inventarisatiebestanden.
De siteserver heeft onvoldoende bronnen, zoals CPU, geheugen of schijfruimte.
Er geen ruimte meer is op de sitedatabase.
De klasse-instelling van de hardware-inventarisatie is gewijzigd om extra informatie te verzamelen en het grotere inventarisatiebestand als resultaat hiervan vereist een langere verwerkingstijd.
De siteserver mogelijk niet meer verbonden is met de sitedatabaseserver.
Ga als volgt te werk om dit probleem op te lossen en het aantal hardware-inventarisatiebestanden in de wachtrij te verminderen:
Controleer of de drempelwaarde voor deze waarschuwing niet te laag is en boven de standaardwerkdrempel voor deze specifieke site ligt.
Controleer of SMS Executive-service op de siteserver wordt uitgevoerd. Als de service is gestopt of niet reageert, start u deze opnieuw.
Controleer of de sitedatabase goed werkt.
Bepaal of de toegenomen belasting wordt veroorzaakt door een incidentele instroom van nieuwe hardware-inventarisgegevens en of de gegevensbelasting relatief constant is gebleven. Als de belasting constant is, werkt u de Configuration Manager-infrastructuur bij om verwerkingsachterstanden te voorkomen. Als de belasting wordt veroorzaakt door grote hoeveelheden nieuw geïnventariseerde gegevens, wordt het probleem wellicht automatisch opgelost als er voldoende bronnen zijn voor het verwerken van in behandeling zijnde bestanden naast de standaardbelasting.
Controleer of er voldoende ruimte is op de sitedatabase. Als de database is ingesteld op autogrow, controleer of er voldoende schijfruimte is om de database uit te breiden.
Stel de frequentie van de inventarisatieverzameling zo in dat het interval om de bestanden te verwerken groter wordt.
Plan zorgvuldig voordat u de klasse-instelling van de hardware-inventarisatie wijzigt. Voer prestatietests uit om te controleren of de infrastructuur de extra belasting aankan.
Controleer of de siteserver met de sitedatabaseserver verbonden is.
Als deze waarschuwing te veel valse positieven genereert, kunt u het tabblad drempelwaarde van de regeleigenschappen wijzigen om waarden te bepalen die geschikter zijn voor uw omgeving.
Deze waarschuwing kan het beste worden opgelost door Configuration Manager-beheerders.
Gerelateerde gebeurtenissen
U kunt ook waarschuwingen zoeken die te maken hebben met het stoppen van de SMS Executive-service of met de siteserver die onvoldoende bronnen heeft (zoals CPU, geheugen). Deze waarschuwingen zijn mogelijk de oorzaak van de waarschuwing voor de hardware-inventarisatiebestanden. Afhankelijk van de oorzaak is het waarschijnlijk dat andere types achterstand (software-inventarisatie, gegevensdetectierecords, softwarelicentiecontrole) op de siteserver ook vergroten en dat overeenkomstige waarschuwingen worden gegeven.
Target | Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.PrimarySiteServerBaseClass | ||
Parent Monitor | System.Health.PerformanceState | ||
Category | PerformanceHealth | ||
Enabled | True | ||
Instance Name | SMS Inventory Data Loader | ||
Counter Name | Total MIFs Enqueued | ||
Frequency | 900 | ||
Alert Generate | True | ||
Alert Severity | MatchMonitorHealth | ||
Alert Priority | Normal | ||
Alert Auto Resolve | True | ||
Monitor Type | System.Performance.ConsecutiveSamplesThreshold | ||
Remotable | True | ||
Accessibility | Public | ||
Alert Message |
| ||
RunAs | Default | ||
Comment | SIV:INV0040, CreatedByMyFriend at 10/15/2011 5:25:08 PM |
<UnitMonitor ID="Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.Perf_Threshold_Site_server_HINV_process_backlog_monitor" Comment="SIV:INV0040, CreatedByMyFriend at 10/15/2011 5:25:08 PM" Accessibility="Public" Enabled="onEssentialMonitoring" Target="SCCM!Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.PrimarySiteServerBaseClass" ParentMonitorID="SystemHealth!System.Health.PerformanceState" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="SystemPerf!System.Performance.ConsecutiveSamplesThreshold" ConfirmDelivery="false">
<Category>PerformanceHealth</Category>
<AlertSettings AlertMessage="Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.Perf_Threshold_Site_server_HINV_process_backlog_monitor_AlertMessageResourceID">
<AlertOnState>Error</AlertOnState>
<AutoResolve>true</AutoResolve>
<AlertPriority>Normal</AlertPriority>
<AlertSeverity>MatchMonitorHealth</AlertSeverity>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Data/Context/InstanceName$</AlertParameter1>
<AlertParameter2>$Data/Context/ObjectName$</AlertParameter2>
<AlertParameter3>$Data/Context/CounterName$</AlertParameter3>
<AlertParameter4>$Data/Context/Value$</AlertParameter4>
<AlertParameter5>$Data/Context/TimeSampled$</AlertParameter5>
</AlertParameters>
</AlertSettings>
<OperationalStates>
<OperationalState ID="ConditionFalse" MonitorTypeStateID="ConditionFalse" HealthState="Success"/>
<OperationalState ID="ConditionTrue" MonitorTypeStateID="ConditionTrue" HealthState="Error"/>
</OperationalStates>
<Configuration>
<ComputerName>$Target/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</ComputerName>
<CounterName>Total MIFs Enqueued</CounterName>
<ObjectName>SMS Inventory Data Loader</ObjectName>
<InstanceName/>
<AllInstances>false</AllInstances>
<Frequency>900</Frequency>
<Threshold>10000</Threshold>
<Direction>greater</Direction>
<NumSamples>12</NumSamples>
</Configuration>
</UnitMonitor>