Controleprogramma SQL Server-poort

Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.SQLPort (UnitMonitor)

Met deze monitor wordt gecontroleerd of de SQL Server-poort juist is.

Knowledge Base article:

Samenvatting

Dit is een goed gedefinieerde poort die wordt gebruikt voor communicatie tussen de meeste sitesysteemfuncties van Configuration Manager en de provider en de SQL-server (standaard 1433; kan worden aangepast). Er wordt ook een goed gedefinieerde poort gebruikt voor communicatie tussen sitesysteemdatabaseservers via de SQL Server Service Broker (standaard poort 4022; kan worden aangepast). De communicatiepoort van de SQL-server (standaard 1433) wordt onderhouden met de SQL Server Configuration Manager, die de SQL Server Network Configuration voor het TCP/IP-protocol configureert. De SQL Server Service Broker-poort (standaard 4022) is geconfigureerd tijdens de installatie van Configuration Manager. Bij het installeren van de SQL-server voor de eerste keer, maakt de beheerder van de SQL-serverdatabase die de installatie uitvoert, een bijzondere database-instantie voor Configuration Manager en de beheerder moet een poort kiezen waarover er voor die database-instantie wordt gecommuniceerd.

De beheerder van Configuration Manager, die de siteserver installeert, moet lokale beheermachtigingen hebben op de SQL-server voor de site die wordt geïnstalleerd. Zo leert het installatieprogramma automatisch de juiste poort (standaard 1433) die moet worden gebruikt om de installatie van voornoemde instantie te configureren en wordt de juiste poort voor de SQL Server Service Broker (standaard 4022) ingesteld.

Oorzaken

Een firewallregel in het netwerk zorgt ervoor dat er geen communicatie mogelijk is via de geconfigureerde poorten.

Oplossingen

Als Configuration Manager detecteert dat de geconfigureerde SQL-serverpoort (standaard 1433) niet kan worden bereikt, probeert die te verbinden met het register op de SQL-server die de database ervan bevat en wijzigt daarna de Configuration Manager-instellingen om de nieuw geconfigureerde poort op de SQL-server te spiegelen. Als Configuration Manager detecteert dat de geconfigureerde SQL Server Service Broker-poort (standaard 4022) niet kan worden bereikt, probeert die te verbinden met de SQL-server die de database ervan bevat en wijzigt de SQL Server Service Broker-poort naar de oorspronkelijke configuratie. Maar als de Configuration Manager-siteserver niet kan verbinden met het SQL-serversysteem, moet de netwerkbeheerde controleren of er problemen zijn met de firewallpoort of netwerkverbinding. Raadpleeg het bestand hman.log in [Configuration Manager-installatiemap]\Logs voor meer informatie.

Element properties:

TargetMicrosoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.SiteServer
Parent MonitorSystem.Health.ConfigurationState
CategoryConfigurationHealth
EnabledTrue
Alert GenerateTrue
Alert SeverityMatchMonitorHealth
Alert PriorityNormal
Alert Auto ResolveTrue
Monitor TypeMicrosoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.StatusMessage3StateMonitor
RemotableTrue
AccessibilityPublic
Alert Message
SQL Server-poort is niet juist.
De poortconfiguratie van de SQL Server op de siteserver {0} is niet juist.
RunAsDefault
CommentSIV:GEN0203

Source Code:

<UnitMonitor ID="Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.SQLPort" Comment="SIV:GEN0203" Accessibility="Public" Enabled="onEssentialMonitoring" Target="SCCM!Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.SiteServer" ParentMonitorID="SystemHealth!System.Health.ConfigurationState" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.StatusMessage3StateMonitor" ConfirmDelivery="true">
<Category>ConfigurationHealth</Category>
<AlertSettings AlertMessage="Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.SQLPort_AlertMessageResourceID">
<AlertOnState>Warning</AlertOnState>
<AutoResolve>true</AutoResolve>
<AlertPriority>Normal</AlertPriority>
<AlertSeverity>MatchMonitorHealth</AlertSeverity>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Target/Property[Type="SCCM!Microsoft.SystemCenter2012.ConfigurationManager.Server"]/SiteCode$</AlertParameter1>
</AlertParameters>
</AlertSettings>
<OperationalStates>
<OperationalState ID="UIGeneratedOpStateId093d4f68de054ab0859735e23534486c" MonitorTypeStateID="Good" HealthState="Success"/>
<OperationalState ID="UIGeneratedOpStateIda22bfe352ed3451faf7bbc4bd0759f80" MonitorTypeStateID="Warning" HealthState="Warning"/>
<OperationalState ID="UIGeneratedOpStateIdb5ba7ce5ed71472da07bf84000128843" MonitorTypeStateID="Error" HealthState="Error"/>
</OperationalStates>
<Configuration>
<ComputerName>$Target/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/PrincipalName$</ComputerName>
<ComponentName>SMS_HIERARCHY_MANAGER</ComponentName>
<RuleId>B1B669B9-6C11-4b8e-A09A-4E515D20F4F6</RuleId>
<IntervalSeconds>360</IntervalSeconds>
</Configuration>
</UnitMonitor>