Een bewerking als onderdeel van het vernietigen van het cluster is mislukt. Probeer de server opnieuw te starten en kijk of het probleem hierdoor is opgelost. Als dit niet het geval is, voer dan opdrachten uit om de opschoning van voormalige clusterknooppunten te forceren en permanente reserveringen te wissen op schijven die eerder door het cluster zijn gebruikt. Als u deze opdrachten hebt uitgevoerd, kunt u er zeker van zijn dat de clusterconfiguratie helemaal verwijderd is.
Als Logboeken niet open staat, kunt u 'Logboeken openen en gebeurtenissen weergeven die betrekking hebben op failoverclustering' raadplegen. Als de gebeurtenis een foutcode bevat die u nog niet hebt bekeken, kunt u 'Meer informatie zoeken over foutcodes in bepaalde gebeurtenisberichten' raadplegen.
Als u de volgende procedures wilt uitvoeren moet u lid zijn van de groep lokale Beheerders op de server of een gelijkwaardige instantie dient aan u te zijn overgedragen.
Als u de opschoning van een voormalige cluster wilt forceren nadat het cluster is vernietigd, gaat u als volgt te werk:
Als u de permanente reserveringen wilt wissen op een schijf die eerder door het cluster is gebruikt, gaat u als volgt te werk:
Als u logboeken wilt openen en gebeurtenissen wilt weergeven die betrekking hebben op failoverclustering, gaat u als volgt te werk:
Als u meer wilt weten over foutcodes in bepaalde gebeurtenisberichten, gaat u als volgt te werk:
Open op het voormalige cluster dat u wilt opschonen een opdrachtpromptvenster met verhoogde bevoegdheden. Klik hiervoor op Start, ga naar Alle programma's, klik op Bureau-accessoires, klik met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en klik op Als administrator uitvoeren.
Typ:
CLUSTER NODE /FORCECLEANUP
Open op een of meer knooppunten in het cluster Schijfbeheer (bevindt zich in Serverbeheer onder Opslag) en controleer of er op een van de knooppunten schijven te zien zijn die vroeger door het cluster gebruikt zijn. Als er schijven zichtbaar zijn noteert u het nummer dat Schijfbeheer gebruikt om naar die schijf te verwijzen. Als de schijf in Schijfbeheer als Schijf 4 wordt weergegeven, noteert u het nummer 4.
Open een opdrachtpromptvenster met verhoogde bevoegdheden op een knooppunt waarop in Schijfbeheer een voormalige geclusterde schijf te zien is. Klik hiervoor op Start, ga naar Alle programma's, klik op Bureau-accessoires, klik met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en klik op Als administrator uitvoeren.
Typ:
CLUSTER NODE /CLEARPR:schijfnummer
waarbij het schijfnummer het nummer van de schijf is zoals dat in Schijfbeheer wordt weergegeven.
Als Serverbeheer nog niet geopend is, klikt u achtereenvolgens op Start, Systeembeheer en Serverbeheer. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, bevestigt u dat de weergegeven actie juist is en klikt u op Doorgaan.
Vouw achtereenvolgens Diagnostische gegevens, Logboeken en Windows-logboeken uit en klik vervolgens op Systeem.
Als u de gebeurtenissen zo wilt filteren dat alleen gebeurtenissen met een Bron van Failoverclustering worden weergegeven, klikt u in het Actievenster op Huidig logboek filteren. Op het tabblad Filter in het vak Bronnen van gebeurtenissen selecteert u Failoverclustering. Selecteer eventueel andere opties en klik op OK.
Om de weergegeven gebeurtenissen op datum en tijd te sorteren, klikt u in het middelste deelvenster op de kolomkop Datum en tijd.
Bekijk de gebeurtenis en noteer de foutcode.
U kunt op de volgende twee manieren meer informatie over de foutcode krijgen:
Zoek System Error Codes (Systeemfoutcodes) ( http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83027).
Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Bureau-accessoires, klik op Opdrachtprompt en typ:
NET HELPMSG-foutcode
Home
NLD