De cluster-service kan niet worden gestart vanwege een initialisatiefout bij de minipoortadapter
Oplossingen
Verhelp alle problemen met de fysieke netwerkadapters en de virtuele adapter van het cluster. Als een eerdere wijziging van de configuratie voor storing met de virtuele adapter van het cluster zorgt, kan het nodig zijn om de functie failover clustering opnieuw te installeren op het knooppunt.
Als Logboeken niet open staat, kunt u 'Logboeken openen en gebeurtenissen weergeven die betrekking hebben op failoverclustering' raadplegen. Als de gebeurtenis een foutcode bevat die u nog niet hebt bekeken, kunt u 'Meer informatie zoeken over foutcodes in bepaalde gebeurtenisberichten' raadplegen.
Als u de volgende procedures wilt uitvoeren moet u lid zijn van de groep lokale Beheerders op de server of een gelijkwaardige instantie dient aan u te zijn overgedragen.
Als u Apparaatbeheer wilt openen en de adapters wilt controleren die door het failovercluster worden gebruikt, gaat u als volgt te werk:
Als andere oplossingen het probleem met de configuratie niet verhelpen, kan het nodig zijn om de functie failover clustering opnieuw te installeren op het knooppunt.
Als u logboeken wilt openen en gebeurtenissen wilt weergeven die betrekking hebben op failoverclustering, gaat u als volgt te werk:
Als u meer wilt weten over foutcodes in bepaalde gebeurtenisberichten, gaat u als volgt te werk:
Om Serverbeheer te openen klikt u op Start, op Systeembeheer en vervolgens op Serverbeheer. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, bevestigt u dat de weergegeven actie juist is en klikt u op Doorgaan.
Vouw in de consolestructuur Diagnostische gegevens uit en klik vervolgens op Apparaatbeheer.
Vouw in het middelste deelvenster Netwerkadapters uit.
Klik met de rechtermuisknop op de vermelding van een van de fysieke adapters op het clusterknooppunt en klik vervolgens op Eigenschappen. Bekijk Apparaatstatus op het tabblad Algemeen. Herhaal deze procedure voor alle fysieke adapters in het cluster.
Klik, nog steeds in Apparaatbeheer, op Weergeven en selecteer vervolgens Verborgen apparaten weergeven.
Controleer in het middelste deelvenster, onder Netwerkadapters, of de virtuele adapter van Microsoft Failover Cluster wordt vermeld.
Als de virtuele adapter van Microsoft Failover Cluster Virtual Adapter wordt vermeld, klikt u er met de rechtermuisknop op en klikt u vervolgens op Eigenschappen. Bekijk Apparaatstatus op het tabblad Algemeen.
Verhelp met behulp van de informatie die u in de voorgaande stappen hebt verzameld alle problemen met de fysieke netwerkadapters die door het clusterknooppunt worden gebruikt.
Als Serverbeheer nog niet geopend is, klikt u achtereenvolgens op Start, Systeembeheer en Serverbeheer. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, bevestigt u dat de weergegeven actie juist is en klikt u op Doorgaan.
Vouw achtereenvolgens Diagnostische gegevens, Logboeken en Windows-logboeken uit en klik vervolgens op Systeem.
Als u de gebeurtenissen zo wilt filteren dat alleen gebeurtenissen met een Bron van Failoverclustering worden weergegeven, klikt u in het Actievenster op Huidig logboek filteren. Op het tabblad Filter in het vak Bronnen van gebeurtenissen selecteert u Failoverclustering. Selecteer eventueel andere opties en klik op OK.
Om de weergegeven gebeurtenissen op datum en tijd te sorteren, klikt u in het middelste deelvenster op de kolomkop Datum en tijd.
Bekijk de gebeurtenis en noteer de foutcode.
U kunt op de volgende twee manieren meer informatie over de foutcode krijgen:
Zoek System Error Codes (Systeemfoutcodes) ( http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83027).
Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Bureau-accessoires, klik op Opdrachtprompt en typ:
NET HELPMSG-foutcode
Home
NLD