Microsoft.Windows.Cluster.HostedGroupClusterknooppunt gehoste clusterbrongroep

Microsoft.Windows.Cluster.HostedGroup (ClassType)

Windows-clusterbrongroep bewaakt door clusterknooppunt.

Element properties:

Base ClassMicrosoft.Windows.ApplicationComponent
AbstractFalse
HostedTrue
SingletonFalse
ExtensionFalse
AccessibilityPublic
ElementIdb7bec26f-c878-08f2-2740-4eeb36592f50

Class Hierarchy:

Class Properties:

Property Name Type Display Name (NLD) Description (NLD) Key Max Length Min Length Case Sensitive
System.Entity:
DisplayName  string  Display Name Display name of monitoring object. false 256  False 
Microsoft.Windows.Cluster.HostedGroup:
ClusterName  string  Clusternaam Naam van het Windows-cluster. true 256  False 
NodeName  string  Naam van knooppunt Naam van het clusterknooppunt dat deze clusterbrongroep host. true 256  False 
GroupName  string  Naam van brongroep Naam van de clusterbrongroep. true 256  False 
EscapedGroupName  string  Naam van brongroep (voorbehouden) Naam van de clusterbrongroep in de ontsnapte vorm die met WMI moet worden gebruikt. false 256  False 
Description  string  Beschrijving Beschrijving levert commentaar over object van clusterbrongroep. false 256  False 
AutoFailbackType  int  Automatische failbacktype Geeft aan of de groep automatisch weer moet worden verplaatst (failback) naar het knooppunt dat is aangemerkt als de voorkeureigenaar wanneer dat knooppunt na een failover weer online komt. false 256   
FailbackWindowEnd  string  Failbackvenster einde Geeft de laatste tijd waarop de groep kan worden verplaatst (failback) naar het knooppunt dat is aangemerkt als het voorkeureigenaarsknooppunt. false 256  False 
FailbackWindowStart  string  Failbackvenster begin Geeft de vroegste tijd (d.w.z. lokale tijd zoals door het cluster wordt bijgehouden) waarop de groep kan worden verplaatst (failback) naar het knooppunt dat is aangemerkt als het voorkeureigenaarsknooppunt. false 256  False 
FailoverPeriod  int  Failoverperiode Geeft een aantal uren aan waarin een maximumaantal failoverpogingen kunnen plaatsvinden, aangegeven door de failoverdrempel. false 256   
FailoverThreshold  int  Failoverdrempel Geeft het maximumaantal failoverpogingen aan dat op een groep gedaan kan worden binnen een door de failoverperiode gedefinieerd tijdsinterval. false 256   
PersistentState  bool  Permanente status Geeft aan of een groep automatisch online moet worden gebracht als het cluster wordt gevormd. false 256   

Health Model:

Source Code:

<ClassType ID="Microsoft.Windows.Cluster.HostedGroup" Accessibility="Public" Abstract="false" Base="Windows!Microsoft.Windows.ApplicationComponent" Hosted="true" Singleton="false">
<Property ID="ClusterName" Type="string" Key="true" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="NodeName" Type="string" Key="true" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="GroupName" Type="string" Key="true" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="EscapedGroupName" Type="string" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="Description" Type="string" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="AutoFailbackType" Type="int" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="FailbackWindowEnd" Type="string" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="FailbackWindowStart" Type="string" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="FailoverPeriod" Type="int" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="FailoverThreshold" Type="int" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
<Property ID="PersistentState" Type="bool" Key="false" CaseSensitive="false" MinLength="0" Length="256"/>
</ClassType>