Controleert het prestatiemeteritem Fysieke schijf\Huidige wachtrijlengte voor schijf.
De fysieke schijf heeft bij meerdere opeenvolgende steekproeven constant een hoge waarde voor het prestatiemeteritem “Huidige wachtrijlengte” gehad. Als gevolg hiervan zal de latentie van IO-aanvragen op deze fysieke schijf waarschijnlijk stijgen.
De huidige wachtrijlengte voor de schijf is het aantal aanvragen die op de schijf openstaan op het moment dat de prestatiegegevens worden verzameld. Dit betekent dat I/O-aanvragen niet zo snel door de fysieke schijf kunnen worden verwerkt als deze worden aangevraagd.
Of de activiteit op de fysieke schijf is onlangs aanzienlijk toegenomen, waardoor de drempelwaarde is overschreden, of het gebruik van de fysieke schijf is in de loop der tijd gestaag toegenomen, waardoor de drempelwaarde uiteindelijk is overschreden.
Een andere mogelijkheid is dat een deel van de onderliggende fysieke schijven of het subsyteem van de schijf niet goed werkt of niet goed is geconfigureerd, waardoor de prestaties van de fysieke schijf te wensen over laten.
U kunt het volgende doen om het probleem verder te onderzoeken:
Controleer het systeemgebeurtenissenlogboek op het systeem om te zien of er meldingen zijn van fouten die zich op de fysieke schijven of in het opslagsubsysteem voordoen.
Bekijk de geschiedenis van de huidige wachtrijlengte van deze fysieke schijf door middel van prestatieweergaven of -rapporten in Operations Manager of de prestatiemonitor. Zo kunt u beter bepalen of het probleem zich pas sinds kort voordoet of dat de activiteit al geruime tijd aan het toenemen was.
Raadpleeg de andere prestatiemeteritems voor de fysieke schijf zoals “Geschreven en gelezen bytes per seconde”, “Leesbewerkingen per seconde” en “Schrijfbewerkingen per seconde” om te zien welke I/O-typen van invloed zijn op het algemene gebruik van de schijf.
Raadpleeg de prestatiemeteritems van processen, bijvoorbeeld de “I/O-gegevensbewerkingen per seconde” om vast te stellen door welke processen het meest wordt bijgedragen aan de algemene I/O van het systeem. Als u de belangrijkste processen eenmaal hebt gevonden, kunt u aan de hand van de prestatiemeteritems “IO-leesbewerkingen per seconde” en “IO-schrijfbewerkingen per seconde” verder onderzoeken welk type I/O door het proces wordt gebruikt.
Afhankelijk van de resultaten van het nadere onderzoek, kunnen de oplossingen voor de verschillende problemen van elkaar verschillen. Mogelijke oplossingen zijn:
eventuele problemen, bijvoorbeeld als gevolg van verkeerd geconfigureerde instellingen, met het opslagsubsysteem oplossen,
de hoeveelheid I/O op het systeem terugbrengen of de werkbelasting evenredig over meerdere fysieke schijven verdelen,
de stuurprogramma's of het opslagsubsysteem bijwerken, zodat de belasting kan worden verhoogd.
Als het systeem de verhoogde belasting kan dragen, kunt u de drempelwaarde van de monitor aanpassen, zodat deze minder beperkend is. Zo kunt u ook het aantal opeenvolgende steekproeven verhogen, zodat de monitor de status alleen wijzigt wanneer een bepaald gebruik gedurende langere perioden aanhoudt.
Target | Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk | ||
Parent Monitor | System.Health.PerformanceState | ||
Category | PerformanceHealth | ||
Enabled | True | ||
Instance Name | PhysicalDisk | ||
Counter Name | Current Disk Queue Length | ||
Frequency | 300 | ||
Alert Generate | True | ||
Alert Severity | Warning | ||
Alert Priority | Normal | ||
Alert Auto Resolve | True | ||
Monitor Type | System.Performance.ConsecutiveSamplesThreshold | ||
Remotable | True | ||
Accessibility | Public | ||
Alert Message |
| ||
RunAs | Default |
<UnitMonitor ID="Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk.CurrentDiskQueueLength" Accessibility="Public" Enabled="true" Target="ServervNext!Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk" ParentMonitorID="SystemHealth!System.Health.PerformanceState" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="SystemPerf!System.Performance.ConsecutiveSamplesThreshold" ConfirmDelivery="false">
<Category>PerformanceHealth</Category>
<AlertSettings AlertMessage="Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk.CurrentDiskQueueLength.AlertMessage">
<AlertOnState>Warning</AlertOnState>
<AutoResolve>true</AutoResolve>
<AlertPriority>Normal</AlertPriority>
<AlertSeverity>Warning</AlertSeverity>
<AlertParameters/>
</AlertSettings>
<OperationalStates>
<OperationalState ID="OverThreshold" MonitorTypeStateID="ConditionTrue" HealthState="Warning"/>
<OperationalState ID="UnderThreshold" MonitorTypeStateID="ConditionFalse" HealthState="Success"/>
</OperationalStates>
<Configuration>
<ComputerName>$Target/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</ComputerName>
<CounterName>Current Disk Queue Length</CounterName>
<ObjectName>PhysicalDisk</ObjectName>
<InstanceName>$Target/Property[Type="WindowsServer!Microsoft.Windows.Server.PhysicalDisk"]/PerfmonInstance$</InstanceName>
<Frequency>300</Frequency>
<Threshold>32</Threshold>
<Direction>greaterequal</Direction>
<NumSamples>12</NumSamples>
</Configuration>
</UnitMonitor>