Regel die een waarschuwing genereert voor Active Directory-integratie.
U kunt de DNS-serverservice zo configureren dat deze AD DS (Active Directory Domain Services) gebruikt om zonegegevens op te slaan. Zo kan de DNS-server vertrouwen op mapreplicatie, waardoor de veiligheid en betrouwbaarheid worden verbeterd en het beheer wordt vereenvoudigd.
De DNS-server heeft een kritieke fout van de Active Directory aangetroffen.
Los de problemen met AD DS op en start de DNS-serverservice opnieuw op
De DNS-serverservice gebruikt AD DS (Active Directory Domain Services) om informatie voor met AD DS-geïntegreerde zones op te slaan en op te halen. Deze fout geeft aan dat AD DS niet reageert op verzoeken van de DNS-serverservice. Zorg dat AD DS goed werkt, los eventuele problemen op en start de DNS-serverservice opnieuw op.
Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u lid zijn van de groep Administrators of moet aan u de juiste bevoegdheid zijn gedelegeerd.
U kunt de DNS-serverservice als volgt opnieuw opstarten:
1. Start Serverbeheer op de DNS-server. Klik daartoe op Start, op Systeembeheer en vervolgens op Serverbeheer.
2. Vouw in de consolestructuur het item Rollen uit, vouw DNS Server uit en vouw vervolgens DNS uit.
3. Klik met de rechtermuisknop op de DNS-server, klik op Alle taken en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
Als het probleem zich blijft voordoen, moet u de computer opnieuw opstarten en vervolgens Serverbeheer gebruiken om te controleren of de DNS-serverservice is gestart.
U kunt de computer als volgt opnieuw opstarten:
Klik op Start, klik op het pijltje naast de knop Vergrendelen en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
U kunt als volgt controleren of de DNS-serverservice gestart is:
1. Start Serverbeheer op de DNS-server.
2. Vouw in de consolestructuur het item Rollen uit en klik vervolgens op DNS-server.
De lijst Systeemservices toont de status van de DNS Serverservice.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=95789
http://technet.microsoft.com/en-us/library/dd349575(v=ws.10).aspx
Target | Microsoft.Windows.Server.DNS.Server | ||
Category | Alert | ||
Enabled | True | ||
Alert Generate | True | ||
Alert Severity | Error | ||
Alert Priority | Normal | ||
Remotable | True | ||
Alert Message |
| ||
Event Log | DNS Server |
ID | Module Type | TypeId | RunAs |
---|---|---|---|
DS | DataSource | Microsoft.Windows.EventProvider | Default |
Alert | WriteAction | System.Health.GenerateAlert | Default |
<Rule ID="Microsoft.Windows.Server.DNS.ADI.InterfaceError" Enabled="true" Target="Microsoft.Windows.Server.DNS.Server" ConfirmDelivery="true" Remotable="true" Priority="Normal" DiscardLevel="100">
<Category>Alert</Category>
<DataSources>
<DataSource ID="DS" TypeID="Windows!Microsoft.Windows.EventProvider">
<ComputerName>$Target/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</ComputerName>
<LogName>DNS Server</LogName>
<Expression>
<SimpleExpression>
<ValueExpression>
<XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>
</ValueExpression>
<Operator>Equal</Operator>
<ValueExpression>
<Value Type="UnsignedInteger">4015</Value>
</ValueExpression>
</SimpleExpression>
</Expression>
</DataSource>
</DataSources>
<WriteActions>
<WriteAction ID="Alert" TypeID="Health!System.Health.GenerateAlert">
<Priority>1</Priority>
<Severity>2</Severity>
<AlertOwner/>
<AlertMessageId>$MPElement[Name="Microsoft.Windows.Server.DNS.ADI.InterfaceError.AlertMessage"]$</AlertMessageId>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Data/EventDisplayNumber$</AlertParameter1>
<AlertParameter2>$Data/EventSourceName$</AlertParameter2>
<AlertParameter3>$Data/Channel$</AlertParameter3>
<AlertParameter4>$Data/EventDescription$</AlertParameter4>
</AlertParameters>
<Suppression>
<SuppressionValue>$Data/LoggingComputer$</SuppressionValue>
</Suppression>
<Custom1/>
<Custom2/>
<Custom3/>
<Custom4/>
<Custom5/>
<Custom6/>
<Custom7/>
<Custom8/>
<Custom9/>
<Custom10/>
</WriteAction>
</WriteActions>
</Rule>