Gemiddeld aantal seconden per schrijfbewerking (fysieke schijf)

Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk.AvgDiskSecPerWrite (UnitMonitor)

Controleert de latentie bij schrijfbewerkingen van de schijf (gemiddeld aantal seconden per schrijfbewerking).

Knowledge Base article:

Samenvatting

Het prestatiemeteritem Gem. aantal seconden per schrijfbewerking (Fysieke schijf\Gem. aantal seconden per schrijfbewerking) voor de fysieke schijf heeft de drempelwaarde overschreden. De prestaties van de fysieke schijf en mogelijk zelfs van het hele systeem kunnen aanzienlijk afnemen, waardoor de prestaties van het besturingssysteem en de toepassingen verslechteren.

Het prestatiemeteritem Gem. aantal seconden per schrijfbewerking op de schijf meet de gemiddelde tijd van schrijfbewerkingen op de schijf.

Oorzaken

Een hoog gem. aantal seconden per schrijfbewerking kan zich voordoen als gevolg van een plotselinge toename van schrijfaanvragen op de schijf door een besturingssysteem of toepassing.

Oplossingen

Om de recente geschiedenis van het prestatiemeteritem Fysieke schijf\Gem. aantal schrijfbewerkingen schijf te bekijken, kunt u de volgende weergave gebruiken:

Prestatieweergave fysieke schijf starten

Om de beschikbare opslagcapaciteit van het opslagsubsysteem van deze fysieke schijf te verruimen, voert u een of meer van de volgende handelingen uit:

Zorg dat deze drempelwaarde juist is ingesteld voor de specifieke opslaghardware. De drempelwaarde is afhankelijk van het onderliggende opslagsubsysteem van de schijf. De "schijf" is bijvoorbeeld een schijf met één aandrijfas of een grote array van vaste schijven. U kunt MOM-onderdrukkingen gebruiken om drempelwaarden te definiëren voor uitzonderingen die op specifieke computers of op hele computergroepen worden toegepast.

Aanvullend

Het prestatiemeteritem Gem. aantal schrijfbewerkingen is handig bij het verzamelen van doorvoergegevens. Als de gemiddelde tijd lang genoeg is, kunt u een histogram analyseren van de reactie van de array op bepaalde belastingen (wachtrijen, aanvraaggrootten, etc.). Indien mogelijk, moeten de werkbelastingen afzonderlijk worden bekeken.

Gebruik de doorvoerwaarden voor het bepalen van het volgende:

1. Het gedrag van een werkbelasting op een bepaald hostsysteem. U kunt de werkbelastingsvereisten voor schijfschrijfaanvragen over een bepaalde tijd volgen. De kenmerking van werkbelastingen vormt een belangrijk deel van de prestatieanalyse en de capaciteitsplanning.

2. Het piekniveau en het normale constante niveau van de prestaties van een bepaald opslagsubsysteem. Een werkbelasting kan zowel op een kunstmatige als op een natuurlijke manier worden ingezet voor het optimale gebruik van een opslagsubsysteem (in dit geval een bepaalde fysieke schijf). Door de limieten van de werkbelasting voor het optimale gebruik van een schijf vast te stellen, beschikken systeemontwerpers en beheerders over nuttige configuratiegegevens.

Zonder diepgaande kennis van het onderliggende opslagsubsysteem van de fysieke schijf (bijvoorbeeld of het om een enkele aandrijfas of een grote array van vaste schijven), kan het moeilijk zijn om één pasklare waarde te vinden.

U moet ook de rekening houden met het prestatiemeteritem Gem. aantal seconden per schrijfbewerking in combinatie met andere schrijfaanvraagkenmerken (bijvoorbeeld aanvraaggrootte en willekeurige volgorde/opeenvolgend) en de gelijkwaardige prestatiemeteritems voor schijfschrijfaanvragen.

Als het prestatiemeteritem Gem. aantal seconden per schrijfbewerking gedurende een tijd wordt bijgehouden en wordt geconstateerd dat dit gemiddelde stijgt naarmate de werkbelastingen die de schrijfaanvragen sturen toenemen, wordt de fysieke schijf, als de doorvoer niet toeneemt en de algemene doorvoer op het systeem begint af te nemen, mogelijk te zwaar belast.

Zie de webpagina Opslag - architectuur en ondersteuning voor stuurprogramma's http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=26156 voor meer informatie over opslagarchitectuur en ondersteuning voor stuurprogramma's.

Element properties:

TargetMicrosoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk
Parent MonitorSystem.Health.PerformanceState
CategoryPerformanceHealth
EnabledFalse
Instance NamePhysicalDisk
Counter NameAvg. Disk sec/Write
Frequency60
Alert GenerateTrue
Alert SeverityWarning
Alert PriorityNormal
Alert Auto ResolveTrue
Monitor TypeSystem.Performance.ConsecutiveSamplesThreshold
RemotableTrue
AccessibilityPublic
Alert Message
Latentie bij schrijfbewerkingen schijf te hoog
De drempelwaarde voor het prestatiemeteritem Fysieke schijf\Gem. aantal seconden per schrijfbewerking is overschreden.
RunAsDefault

Source Code:

<UnitMonitor ID="Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk.AvgDiskSecPerWrite" Accessibility="Public" Enabled="false" Target="ServervNext!Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk" ParentMonitorID="SystemHealth!System.Health.PerformanceState" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="SystemPerf!System.Performance.ConsecutiveSamplesThreshold" ConfirmDelivery="false">
<Category>PerformanceHealth</Category>
<AlertSettings AlertMessage="Microsoft.Windows.Server.10.0.PhysicalDisk.AvgDiskSecPerWrite.AlertMessage">
<AlertOnState>Warning</AlertOnState>
<AutoResolve>true</AutoResolve>
<AlertPriority>Normal</AlertPriority>
<AlertSeverity>Warning</AlertSeverity>
<AlertParameters/>
</AlertSettings>
<OperationalStates>
<OperationalState ID="OverThreshold" MonitorTypeStateID="ConditionTrue" HealthState="Warning"/>
<OperationalState ID="UnderThreshold" MonitorTypeStateID="ConditionFalse" HealthState="Success"/>
</OperationalStates>
<Configuration>
<ComputerName>$Target/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</ComputerName>
<CounterName>Avg. Disk sec/Write</CounterName>
<ObjectName>PhysicalDisk</ObjectName>
<InstanceName>$Target/Property[Type="WindowsServer!Microsoft.Windows.Server.PhysicalDisk"]/PerfmonInstance$</InstanceName>
<Frequency>60</Frequency>
<Threshold>0.04</Threshold>
<Direction>greater</Direction>
<NumSamples>15</NumSamples>
</Configuration>
</UnitMonitor>