Microsoft Windows Server DNS - de ADI-laadactie is mislukt

Microsoft.Windows.Server.DNS.ADI.LoadFailed (Rule)

Regel die een waarschuwing genereert voor Active Directory-integratie.

Knowledge Base article:

Samenvatting

U kunt de DNS-serverservice zo configureren dat deze AD DS (Active Directory Domain Services) gebruikt om zonegegevens op te slaan. Zo kan de DNS-server vertrouwen op mapreplicatie, waardoor de veiligheid en betrouwbaarheid worden verbeterd en het beheer wordt vereenvoudigd.

Oorzaken

De records voor een DNS-naam die is gevonden in een met Active Directory geïntegreerde zone, kunnen niet in de DNS-server worden geladen.

Oplossingen

Wijzig de instellingen voor naamcontrole

De DNS-server kan zo worden geconfigureerd dat deze namen toestaat die tekens bevatten die niet zijn toegestaan door de DNS-standaarden (Domain Name System) in RFC 1123, waaronder multibyte-tekens. Deze fout geeft aan dat een DNS-naam in een met AD DS (Active Directory Domain Services) geïntegreerde zone tekens bevat die niet zijn toegestaan door de instellingen van de DNS-server.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u lid zijn van de groep Administrators of moet aan u de juiste bevoegdheid zijn gedelegeerd.

Ga als volgt te werk om een DNS-naam te corrigeren die tekens bevat die niet worden ondersteund:

1. Start Serverbeheer op de DNS-server. Klik daartoe op Start, op Systeembeheer en vervolgens op Serverbeheer.

2. Vouw in de consolestructuur het item Rollen uit, vouw DNS Server uit en vouw vervolgens DNS uit.

3. Klik met de rechtermuisknop op de DNS-server, klik op Eigenschappen en klik vervolgens op het tabblad Geavanceerd.

4. Bekijk in de lijst Naamcontrole de huidige instelling en klik vervolgens op Alle namen.

5. Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op de DNS-server, klik op Alle taken en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.

6. Wanneer de server opnieuw is opgestart en de items die waren geblokkeerd, in Serverbeheer worden weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op de items en klikt u vervolgens op Verwijderen.

7. Klik met de rechtermuisknop op de DNS-server, klik op Eigenschappen en klik vervolgens op het tabblad Geavanceerd.

8. Klik in de lijst Naamcontrole op de instelling die in stap 4 is gewijzigd.

Extern

http://technet.microsoft.com/en-us/library/dd349585(v=ws.10).aspx

Element properties:

TargetMicrosoft.Windows.Server.DNS.Server
CategoryAlert
EnabledTrue
Alert GenerateTrue
Alert SeverityError
Alert PriorityNormal
RemotableTrue
Alert Message
Windows DNS - de met Active Directory geïntegreerde laadactie is mislukt
Gebeurtenis-id: {0} Gebeurtenisbron: {1} Gebeurtenislogboek: {2} Gebeurtenisbeschrijving: {3}
Event LogDNS Server

Member Modules:

ID Module Type TypeId RunAs 
DS DataSource Microsoft.Windows.EventProvider Default
Alert WriteAction System.Health.GenerateAlert Default

Source Code:

<Rule ID="Microsoft.Windows.Server.DNS.ADI.LoadFailed" Enabled="true" Target="Microsoft.Windows.Server.DNS.Server" ConfirmDelivery="true" Remotable="true" Priority="Normal" DiscardLevel="100">
<Category>Alert</Category>
<DataSources>
<DataSource ID="DS" TypeID="Windows!Microsoft.Windows.EventProvider">
<ComputerName>$Target/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</ComputerName>
<LogName>DNS Server</LogName>
<Expression>
<SimpleExpression>
<ValueExpression>
<XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>
</ValueExpression>
<Operator>Equal</Operator>
<ValueExpression>
<Value Type="UnsignedInteger">4006</Value>
</ValueExpression>
</SimpleExpression>
</Expression>
</DataSource>
</DataSources>
<WriteActions>
<WriteAction ID="Alert" TypeID="Health!System.Health.GenerateAlert">
<Priority>1</Priority>
<Severity>2</Severity>
<AlertOwner/>
<AlertMessageId>$MPElement[Name="Microsoft.Windows.Server.DNS.ADI.LoadFailed.AlertMessage"]$</AlertMessageId>
<AlertParameters>
<AlertParameter1>$Data/EventDisplayNumber$</AlertParameter1>
<AlertParameter2>$Data/EventSourceName$</AlertParameter2>
<AlertParameter3>$Data/Channel$</AlertParameter3>
<AlertParameter4>$Data/EventDescription$</AlertParameter4>
</AlertParameters>
<Suppression>
<SuppressionValue>$Data/LoggingComputer$</SuppressionValue>
</Suppression>
<Custom1/>
<Custom2/>
<Custom3/>
<Custom4/>
<Custom5/>
<Custom6/>
<Custom7/>
<Custom8/>
<Custom9/>
<Custom10/>
</WriteAction>
</WriteActions>
</Rule>