Communicatie van Extern bureaublad Connection Broker

Microsoft.Windows.Server.10.0.RemoteDesktopServices.NewUnitMonitor_15 (UnitMonitor)

Met dit object wordt de communicatie van de Extern bureaublad Connection Broker-server bewaakt.

Knowledge Base article:

Samenvatting

Met de service Extern bureaublad Connection Broker (RD Connection Broker), voorheen Terminal Services Session Broker (TS Session Broker), hebben gebruikers toegang tot RemoteApp- en bureaubladverbindingen. RemoteApp- en bureaubladverbinding biedt gebruikers een persoonlijk en aanpasbaar overzicht van RemoteApp-programma's, bureaubladsessies en virtuele bureaubladen. Extern bureaublad Connection Broker biedt ondersteuning voor taakverdeling en verbinding met bestaande sessies op virtuele bureaubladen, Extern bureaublad-sessies en RemoteApp-programma's waartoe RemoteApp- en bureaubladverbinding toegang heeft. De service Extern bureaublad Connection Broker biedt ook een overzicht van RemoteApp-bronnen van meerdere Extern bureaublad-sessiehostservers die verschillende RemoteApp-programma's kunnen bevatten.

Oplossingen

U kunt dit probleem oplossen door de gebeurtenis-id te bekijken en de informatie voor probleemoplossing voor die gebeurtenis te lezen in de onderstaande secties.

Oplossingsstappen voor de volgende gebeurtenis-id's: 1300, 1282

Dit probleem kan doorgaans worden genegeerd.

Oplossingsstappen voor de volgende gebeurtenis-id: 1014

Extern bureaublad Connection Broker werkt alleen als de computer waarop de functieservice Extern bureaublad Connection Broker is geïnstalleerd, lid is van het domein. Los dit probleem op door de Extern bureaublad Connection Broker-server toe te voegen aan het domein.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u deel uitmaken van de groep Lokale beheerders of moet u de juiste machtigingen hebben ontvangen.

Ga als volgt te werk om de Extern bureaublad Connection Broker-server toe te voegen aan het domein:

1. Klik op de server met de functieservice Extern bureaublad Connection Broker op Start, klik met de rechtermuisknop op Computer en klik vervolgens op Eigenschappen.

2. Klik onder Instellingen voor computernaam, domein en werkgroep op Instellingen wijzigen.

3. Klik op Wijzigen.

4. Selecteer de optie Domein en geef vervolgens het gewenste domein op.

5. Klik op OK en daarna weer op OK.

6. Start de site opnieuw.

Als het probleem zich blijft voordoen, controleert u of de FQDN-naam van de computer minder dan 128 tekens lang is.

Oplossingsstappen voor de volgende gebeurtenis-id's: 1298, 1299

Door problemen met de netwerkconnectiviteit tussen Extern bureaublad-sessiehostservers geconfigureerd in een farmomgeving en een Extern bureaublad Connection Broker-server kan het gebeuren dat de lijst met RDP-sessies gekoppeld aan de Extern bureaublad Connection Broker-server niet kan worden gevuld door de Extern bureaublad-sessiehostservers. U kunt dit probleem oplossen door problemen met de netwerkconnectiviteit tussen de Extern bureaublad-sessiehostservers geconfigureerd in een farmomgeving en de Extern bureaublad Connection Broker-server te identificeren en op te lossen.

Opmerking: De volgende procedures bevatten stappen voor het gebruiken van de ping-opdracht bij het oplossen van problemen. U moet daarom voordat u deze stappen uitvoert, controleren of de firewall of instellingen voor beveiliging van internetprotocol (IPsec) op uw netwerk ICMP-verkeer (Internet Control Message Protocol) toestaan. ICMP is het TCP/IP-protocol dat door de ping-opdracht wordt gebruikt.

Als u deze procedures wilt uitvoeren, moet u deel uitmaken van de groep Lokale beheerders of moet u de juiste machtigingen hebben ontvangen.

Als u de Extern bureaublad Connection Broker-server niet kunt pingen via het IP-adres, geeft dit aan dat er mogelijk een probleem is met de netwerkconnectiviteit, firewall, configuratie of IPsec-configuratie.

Hierna volgen een paar extra probleemoplossingsstappen die u kunt gebruiken om te helpen de oorzaak van het probleem te vinden:

Ping andere computers in het netwerk om te helpen bepalen hoe groot het probleem met de netwerkconnectiviteit is.
Als u andere servers wel kunt pingen, maar niet de Extern bureaublad Connection Broker-server, probeert u de Extern bureaublad Connection Broker-server te pingen vanaf een andere computer. Als u de Extern bureaublad Connection Broker-server vanaf geen enkele computer kunt pingen, controleert u eerst of de Extern bureaublad Connection Broker-server wel actief is. Als de Extern bureaublad Connection Broker-server actief is, controleert u de netwerkinstellingen op de Extern bureaublad Connection Broker-server.
Controleer als volgt de TCP/IP-instellingen op de lokale computer:

1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ cmd en klik vervolgens op OK.

2. Typ ipconfig /all op de opdrachtregel en druk vervolgens op Enter. Ga na of de vermelde informatie correct is.

3. Typ ping localhost om te controleren of TCP/IP is geïnstalleerd en of dit juist is geconfigureerd op de lokale computer. Als de ping niet slaagt, kan dit aangeven dat er een beschadigde TCP/IP-stack is of dat er een probleem is met uw netwerkadapter.

4. Typ ping IP-adres, waarbij IP-adres het IP-adres is dat is toegewezen aan de computer. Als u wel het localhost-adres kunt pingen, maar niet het lokale adres, kan er een probleem zijn met de routingtabel of met het stuurprogramma van de netwerkadapter.

5. Typ ping DNS-server, waarbij DNS-server het IP-adres is dat is toegewezen aan de DNS-server. Als zich meer dan één DNS-server in uw netwerk bevindt, dient u elk hiervan te pingen. Als u de DNS-servers niet kunt pingen, geeft dit aan dat er mogelijk een probleem is met de DNS-servers of met het netwerk tussen de computer en de DNS-servers.

Als de Extern bureaublad Connection Broker-server zich op een ander subnet bevindt, probeert u de standaardgateway te pingen. Als u de standaardgateway niet kunt pingen, kan dit aangeven dat er een probleem is met de netwerkadapter, de router of het gateway-apparaat, de bekabeling of andere connectiviteitshardware.
Controleer de status van de netwerkadapter in Apparaatbeheer. U opent Apparaatbeheer door op Start te klikken, op Uitvoeren te klikken, devmgmt.msc te typen en vervolgens op OK te klikken.
Controleer de indicatorlampjes op de computer en op de hub of router. Controleer de netwerkbekabeling.
Controleer de firewall-instellingen door Windows Firewall te gebruiken met de module Geavanceere beveiliging.
Controleer de IPsec-instellingen met de module Beheer van IP-beveiligingsbeleid.

Als het probleem zich blijft voordoen nadat u deze procedures hebt uitgevoerd, zoekt u in de gebeurtenisbron Microsoft-Windows-TerminalServices-SessionBroker op de Extern bureaublad Connection Broker-server naar eventuele fouten.

Oplossingsstappen voor de volgende gebeurtenis-id's: 1013, 1284, 1296

U kunt dit probleem oplossen door problemen met de netwerkconnectiviteit tussen de Extern bureaublad-sessiehostserver en de Extern bureaublad Connection Broker-server te identificeren en op te lossen.

Als u deze procedures wilt uitvoeren, moet u deel uitmaken van de groep Lokale beheerders of moet u de juiste machtigingen hebben ontvangen.

Hierna volgen een paar extra probleemoplossingsstappen die u kunt gebruiken om te helpen de oorzaak van het probleem te vinden:

Ping andere computers in het netwerk om te helpen bepalen hoe groot het probleem met de netwerkconnectiviteit is.
Als u andere servers wel kunt pingen, maar niet de Extern bureaublad Connection Broker-server, probeert u de Extern bureaublad Connection Broker-server te pingen vanaf een andere computer. Als u de Extern bureaublad Connection Broker-server vanaf geen enkele computer kunt pingen, controleert u eerst of de Extern bureaublad Connection Broker-server wel actief is. Als de Extern bureaublad Connection Broker-server actief is, controleert u de netwerkinstellingen op de Extern bureaublad Connection Broker-server.
Controleer als volgt de TCP/IP-instellingen op de lokale computer:

1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ cmd en klik vervolgens op OK.

2. Typ ipconfig /all op de opdrachtregel en druk vervolgens op Enter. Ga na of de vermelde informatie correct is.

Als de Extern bureaublad Connection Broker-server zich op een ander subnet bevindt, probeert u de standaardgateway te pingen. Als u de standaardgateway niet kunt pingen, kan dit aangeven dat er een probleem is met de netwerkadapter, de router of het gateway-apparaat, de bekabeling of andere connectiviteitshardware.
Controleer de status van de netwerkadapter in Apparaatbeheer. U opent Apparaatbeheer door op Start te klikken, op Uitvoeren te klikken, devmgmt.msc te typen en vervolgens op OK te klikken.
Controleer de status van de netwerkadapter in Apparaatbeheer. U opent Apparaatbeheer door op Start te klikken, op Uitvoeren te klikken, devmgmt.msc te typen en vervolgens op OK te klikken.
Controleer de indicatorlampjes op de computer en op de hub of router. Controleer de netwerkbekabeling.
Controleer de firewall-instellingen door Windows Firewall te gebruiken met de module Geavanceere beveiliging.
Controleer de IPsec-instellingen met de module Beheer van IP-beveiligingsbeleid.

Element properties:

Target

Microsoft.Windows.Server.10.0.RemoteDesktopServicesRole.Service.RDSessionHost

Parent Monitor

System.Health.AvailabilityState

Category

Custom

Enabled

True

Alert Generate

True

Alert Severity

MatchMonitorHealth

Alert Priority

High

Alert Auto Resolve

True

Monitor Type

Microsoft.Windows.2SingleEventLogManualReset3StateMonitorType

Remotable

True

Accessibility

Public

Alert Message

Waarschuwing voor Communicatie van Extern bureaublad Connection Broker

Gebeurtenis-id {0} -- Beschrijving: {1}

RunAs

Default

Source Code:

<UnitMonitor ID="Microsoft.Windows.Server.10.0.RemoteDesktopServices.NewUnitMonitor_15" Accessibility="Public" Enabled="true" Target="Microsoft.Windows.Server.10.0.RemoteDesktopServicesRole.Service.RDSessionHost" ParentMonitorID="SystemHealth!System.Health.AvailabilityState" Remotable="true" Priority="Normal" TypeID="Windows!Microsoft.Windows.2SingleEventLogManualReset3StateMonitorType" ConfirmDelivery="true">

  <Category>Custom</Category>

  <AlertSettings AlertMessage="Microsoft.Windows.Server.10.0.RemoteDesktopServices.NewUnitMonitor_15_AlertMessageResourceID">

    <AlertOnState>Warning</AlertOnState>

    <AutoResolve>true</AutoResolve>

    <AlertPriority>High</AlertPriority>

    <AlertSeverity>MatchMonitorHealth</AlertSeverity>

    <AlertParameters>

      <AlertParameter1>$Data/Context/EventDisplayNumber$</AlertParameter1>

      <AlertParameter2>$Data/Context/EventDescription$</AlertParameter2>

    </AlertParameters>

  </AlertSettings>

  <OperationalStates>

    <OperationalState ID="UIGeneratedOpStateId193760bef7fb4ed38db690eadf39c1ce" MonitorTypeStateID="ManualResetEventRaised" HealthState="Success"/>

    <OperationalState ID="UIGeneratedOpStateId8d4b4fc711d444f5975e42c6c4faf104" MonitorTypeStateID="SecondEventRaised" HealthState="Warning"/>

    <OperationalState ID="UIGeneratedOpStateIdf0c0eed0f57e484aaed9e503f70e212c" MonitorTypeStateID="FirstEventRaised" HealthState="Error"/>

  </OperationalStates>

  <Configuration>

    <FirstComputerName>$Target/Host/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</FirstComputerName>

    <FirstLogName>Microsoft-Windows-TerminalServices-SessionBroker-Client/Operational</FirstLogName>

    <FirstExpression>

      <And>

        <Expression>

          <SimpleExpression>

            <ValueExpression>

              <XPathQuery Type="String">Channel</XPathQuery>

            </ValueExpression>

            <Operator>Equal</Operator>

            <ValueExpression>

              <Value Type="String">Microsoft-Windows-TerminalServices-SessionBroker-Client/Operational</Value>

            </ValueExpression>

          </SimpleExpression>

        </Expression>

        <Expression>

          <Or>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1014</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1013</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1296</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1284</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1306</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1298</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1299</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

          </Or>

        </Expression>

      </And>

    </FirstExpression>

    <SecondComputerName>$Target/Host/Host/Property[Type="Windows!Microsoft.Windows.Computer"]/NetworkName$</SecondComputerName>

    <SecondLogName>Microsoft-Windows-TerminalServices-SessionBroker-Client/Operational</SecondLogName>

    <SecondExpression>

      <And>

        <Expression>

          <SimpleExpression>

            <ValueExpression>

              <XPathQuery Type="String">Channel</XPathQuery>

            </ValueExpression>

            <Operator>Equal</Operator>

            <ValueExpression>

              <Value Type="String">Microsoft-Windows-TerminalServices-SessionBroker-Client/Operational</Value>

            </ValueExpression>

          </SimpleExpression>

        </Expression>

        <Expression>

          <Or>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1282</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

            <Expression>

              <SimpleExpression>

                <ValueExpression>

                  <XPathQuery Type="UnsignedInteger">EventDisplayNumber</XPathQuery>

                </ValueExpression>

                <Operator>Equal</Operator>

                <ValueExpression>

                  <Value Type="UnsignedInteger">1300</Value>

                </ValueExpression>

              </SimpleExpression>

            </Expression>

          </Or>

        </Expression>

      </And>

    </SecondExpression>

  </Configuration>

</UnitMonitor>